Jessica Hagenaars in Jordanie door Sjoke Tilstra

De nomade op het witte paard

De 30-jarige Jessica Hagenaars ging op vakantie naar Jordanië en vond er haar grote liefde. Ze emigreerde. ‘Ik hoef niet zoenend over straat om te weten dat het goed zit.’

Tekst: Sjoke Tilstra ‘

Ik zal nooit dat beeld vergeten dat Rami op zijn witte paard de heuvel op kwam galopperen. Hij vroeg of ik even op zijn paard wilde rijden. Ik bedacht me geen moment, sprong op het paard galoppeerde weg en liet mijn tas met paspoort, geld, alles achter bij Rami. Die avond hebben we samen gegeten bij een vriend van hem. En een paar dagen later, net voordat we weer teruggingen naar Nederland belde hij me op en zei: ‘Ik wil je nog heel graag een keertje zien’, en ik zei: ‘Ja ik jou ook’. En toen is Rami het halve land door gereden naar de dode zee om mij nog eventjes te zien. Lief hè? In het begin dacht ik wel: wat is dit nou weer? Ik kan toch niet verliefd worden op een Arabier? Dat heeft toch geen zin? Ja wel dus.

Ik was 25, was gewoon even als toerist in Jordanië, maar terug in Nederland is hij mij elke dag blijven bellen. De maand daarna ben ik teruggegaan. We maakten met de paarden een trektocht door de bergen en sliepen onder de sterrenhemel. Toen was het voor mij duidelijk dat het echt was. Na twee jaar samen heen en weer reizen tussen Nederland en Jordanie heb ik besloten om voorgoed naar Jordanië te gaan en ben ik met Rami getrouwd.

Natuurlijk is Rami ook in Nederland geweest en ik vind het belangrijk dat hij mijn cultuur ook begrijpt, want daardoor zal hij mij ook beter begrijpen. Maar het was voor ons geen optie om in Nederland te wonen. Ten eerste heeft Rami dan een verblijfsvergunning nodig en dat heeft meer voeten in de aarde dan je denkt. En het zou veel langer duren en bijna onmogelijk zijn om het bedrijf dat we nu runnen in Nederland uit de grond te stampen. Bovendien werd Rami niet echt geaccepteerd zoals ik wel in Jordanië werd verwelkomd. Op het station stuurden ze hem bijvoorbeeld naar het verkeerde perron en er werd denigrerend tegen hem gepraat, als een buitenlander ja. Terwijl ik in de Jordaanse gemeenschap wel met open armen werd ontvangen en ze altijd heel behulpzaam zijn.

De trouwerij duurde vier dagen, waarin alle traditionele Jordaanse, maar ook de Nederlandse gewoontes aan bod kwamen. Het traditionele huwelijk, met vierhonderd vrienden en familieleden vond plaats in Wadi Musa. Geen alcohol die avond, een traditionele bruidsjurk en de mannen en vrouwen tijdens de lunch gescheiden. Maar voor de Nederlandse voltrekking van het huwelijk zijn we naar de Wadi Rum woestijn gegaan en daar werd met champagne getoast en tot in de laatste uurtjes gedanst en hebben we – lekker Hollands – de polonaise gedanst op Guus Meeuwis.

In de vier en half jaar dat we samen zijn en in de twee en half jaar dat ik hier woon heb ik nooit een moment gehad dat ik terugwilde. Rami is gevoelig, zorgzaam, romantisch en attent. En we hebben dezelfde passie voor paarden, dat schept een band. Rami stamt oorspronkelijk van het bedoeïenengeslacht en zijn voorouders trokken door de woestijn. Uiteindelijk zijn ze terecht gekomen in Wadi Musa, het zuiden van Jordanië. Natuurlijk moet ik rekening houden met de cultuur in dit land, dat is logisch anders ga je er niet naar toe. Ik draag geen hoofddoek want ik ben geen moslim, maar we hebben wel over bepaalde cultuurverschillen gediscussieerd. De bikini bijvoorbeeld. Rami en ik hebben daarvoor een tussenweg gevonden, niet zwemmen in een zwembad bij 1 van de hotels in Wadi Musa, maar wel lekker aan het strand in Aqaba bij 1 van de hotels.

We kunnen niet hand in hand over straat lopen en we mogen niet in het openbaar zoenen, maar daar gaat het in de liefde helemaal niet om. Ik hoef niet zoenend over straat om te weten dat het goed zit, Rami laat het me op andere manieren voelen. Zo is het bijvoorbeeld niet gebruikelijk dat de vrouw alleen zonder man of mannelijke familielid op pad gaat. In het begin hadden wij het daar nog wel eens over, maar nu gaat het als vanzelf en praten we er niet eens meer over. Ieder jaar ga ik twee keer naar Nederland om mijn vrienden en familie te bezoeken, én om nieuwe kaas in te slaan. Gelukkig nemen gasten vaak kaas of stroopwafels mee. Want dat mis ik wel. Net als spontaan even een terrasje pakken met mijn vriendinnen of even bij mijn oma langs voor een kop thee of Hollandse kost.’

Dit artikel komt uit Join, het gratis studententijdschrift over verre reizen, cultuur en de werel

Geef een reactie